Sancerre beschikt over een terroir dat meer divers is dan menigeen denkt. Niet alleen maar hellingen met kalk en klei, maar ook ondergronden met een hoog gehalte aan ‘kimmeridgien’, zoals we die bijvoorbeeld ook vinden in Chablis. Kimmeridgien bestaat uit fossiele schelpdieren, afgezet toen dit gebied zich nog op de zeebodem bevond. Deze fossielen zijn gemengd met klei. Een mengsel dat zorgt voor wijnen met veel kracht en spanning. De Côte de Chavignol, waar de druiven voor deze wijn vandaan komen, heeft zo’n ondergrond, in combinatie met een fraaie expositie. Na de oogst wordt de wijn vergist op gebruikte houten foeders van 600 liter. Daarna blijft hij nog zo’n 14 maanden op deze houten vaten rijpen voordat hij wordt gebotteld. Dat zorgt voor een mooie afronding en voor extra kracht. Een bijzondere wijn van een bijzonder terroir.