Het lijkt niet zo voor de hand te liggen: sangiovese gebruiken voor het maken van rosé. Deze druif wordt doorgaans gebruikt voor de kostbare Chianti. Maar met de populariteit van rosé kan het toch aantrekkelijk zijn er wat sangiovese voor te gebruiken. De oplossing is het laten ‘bloeden’ van de druiven aan het begin van de gisting. Van dit lichtgekleurde sap wordt een rosé gemaakt, de overgebleven druiven kunnen alsnog tot een krachtige Chianti worden verwerkt, omdat er relatief ook wat meer schillen overblijven ten opzichte van de hoeveelheid sap. En de rosé van sangiovese blijkt heerlijk fris en open van karakter te zijn, vooral ook door die heerlijke natuurlijke zuren van deze druif. Daarnaast wordt er nog 20% merlot aan toegevoegd, om de wijn wat extra room en rondeur te geven. Geen poespas, een gisting op lage temperatuur en je hebt een geweldige, krachtige rosé.
Het wijnhuis Ricasoli gebruikt voor deze wijn een duurzame sugar-cane based kurk.