Voor deze elegante Pradalupo-wijn worden de druiven met de hand geoogst in kleine manden van 20 kilo, om de kwaliteit en integriteit van het fruit te waarborgen. De oogst wordt vervolgens in twee gelijke delen verwerkt, elk met een eigen vinificatiemethode die bijdraagt aan de complexiteit en finesse van de uiteindelijke wijn.

De eerste helft van de druiven wordt zorgvuldig ontsteeld en licht gekneusd, waarna een koude maceratie van 24 uur volgt. Deze techniek, uitgevoerd bij lage temperatuur, zorgt voor een optimale extractie van aroma’s en delicate smaken. Na deze maceratie worden de druiven zachtjes geperst om de most te verkrijgen.

De andere helft van de druiven ondergaat een directe persing, zonder voorafgaande kneuzing. Hierbij wordt enkel het eerste sap – afkomstig van een zachte persing van de schil – opgevangen, wat resulteert in een bijzonder zuivere en frisse most.

Beide mostsoorten worden apart vergist in roestvrijstalen tanks bij gecontroleerde, lage temperaturen. Dit behoudt de frisheid en aromatische expressie van de wijn. Na de alcoholische gisting worden de twee wijnen samengevoegd en opgeslagen bij een constante temperatuur van 5°C, om malolactische gisting te voorkomen en de levendige zuren te behouden.

De wijn rijpt vervolgens vier tot vijf maanden op fijne droesem in roestvrijstalen tanks. Deze rijping op de ‘lie’ versterkt de structuur en geeft de wijn extra diepgang en rondheid. Tot slot wordt de wijn koud gestabiliseerd en gebotteld vóór de zomer, om zijn frisheid en aromatische intensiteit optimaal te bewaren.