Piemonte is wereldberoemd om zijn nebbiolo, maar wie verder kijkt ontdekt de grignolino: een minder bekende, maar even fascinerende inheemse druivensoort. Deze druif staat garant voor wijnen die uitblinken in verfijning en fruitigheid en worden vaak omschreven als 'de zomerse tegenhanger van nebbiolo'. De druiven komen van een klein perceel van 0,7 hectare in het glooiende landschap van de Asti-regio. De wijngaard is omringd door abrikozenbomen en voorzien van een zanderige bodem.

Na de oogst worden de druiven zorgvuldig gekneusd en volgt een schilweking die de basis legt voor de expressieve karakteristieken van de wijn. De fermentatie wordt nauwgezet gecontroleerd, waarna de wijn 12 maanden rijpt in Franse eiken vaten van 25 hectoliter, en vervolgens nog eens 6 maanden op fles, om de complexiteit en finesse volledig tot ontwikkeling te laten komen. Het resultaat is een wijn die niet alleen de unieke eigenschappen van de grignolino-druif viert, maar ook het rijke terroir van Piemonte.