De bereiding is precies hetzelfde als die van de andere specialiteit van het huis, de moscato d’asti. de druiven worden begin september geoogst in het gebied van monferrato, als ze rijp beginnen te worden, maar ook nog perfect in hun fruit zitten en vooral ook voldoende zuren hebben, omdat de frisheid essentieel is. Ze staan aangeplant op zuidwesthellingen, op een hoogte van 250 tot 400 meter, die een natuurlijke koelte hebben. De gisting is kort, voorafgegaan door een koude inweking op de schillen van vier tot vijf dagen. Op die manier krijgt de wijn kleur en een extra fruitig karakter. Na de gisting wordt hij met het koolzuurgas van de gisting gebotteld, met als resultaat een opwekkende zoete rode mousserende wijn.