2010 was een jaar om nooit te vergeten in de Libanese wijnbouw geschiedenis. Zelfs vanaf januari was het duidelijk dat er dit jaar geen water zou zijn omdat er maar één keer sneeuw viel op 17 januari (het was het kortste skiseizoen ooit!). En de regen stopte op 23 februari. Maart was zo heet dat de wijnstokken begin april begonnen te bloeien en in mei en juni waren de wijnstokken zo krachtig en groen na een succesvolle bloei, dat verwacht werd dat 2010 de grootste oogst ooit zouden worden. Medio juli begon het klimaat echter te veranderen en de temperatuur steeg dramatisch. Een hittegolf trof Libanon en zou ongeveer 23 dagen aanhouden met een gemiddelde dagelijkse temperatuur van 40 °C. De hoogste temperatuur ooit in de Bekaa-vallei werd geregistreerd bij 48,5 °C. De druiven rijpen niet, ze droogden, terwijl water uit de druiven verdween en een hoge suikerconcentratie veroorzaakte. Cinsault en Carignan hadden minder last van deze hittegolf dan de Cabernet Sauvignon die de meest gedroogde druiven had met een hoog suikergehalte, een hoge zuurgraad en ging ongeveer 45% van de Cabernet dit jaar verloren.De gisting begon volgens plan, maar al snel werd besloten om voor het eerst te fermenteren tussen 26 en 28 °C om de natuurlijke gisten de mogelijkheid te geven om de gisting af te ronden vanwege het hoge suikergehalte. Men maakte zich vooral zorgen om de kwaliteit van de wijn door de beïnvloeding van de druivenschil door de hittegolf, vanwege de esters die ontstaan in de schil en verantwoordelijk zijn voor aroma’s van de wijn. Al met al resulteerde deze extreem langdurige hittegolf in een aanzienlijk verlies aan druiven. In 2010 werd een beperkt aantal flessen geproduceerd. Cabernet Sauvignon, Cinsault en Carignan werden in 2012 geblend nadat ze een jaar in getoaste Frans-eiken vaten uit de bossen van Nevers hadden doorgebracht. Deze vintage werd gebotteld in de zomer van 2013.